Vanuit Ho Chi Minh City vloog ik via Kuala Lumpur naar Osaka. Deze tweede stad van Japan wordt door veel toeristen vaak gemeden maar ik vond het zeker waard om er een paar dagen te spenderen. Het enige dat vaststond voor mijn Japanse avonturen was een week lang roadtrippen door Hokkaido (volgende post) met Oscar, een vriend uit Amsterdam.

Osaka

Zonder enig plan begon ik dus ook met het ontdekken van Osaka.

Veel toeristische trekpleisters zijn er niet maar wel staat het bekend om de goede keuken.

Als een van de eerste dingen probeerde ik Takoyaki uit. Een klein standje in een winkelcentrum met een grote machine ernaast waar je kiest voor de soort en het aantal en betaald. Er komt een coupon uit en die geef je aan de cheffin die vakkundig de ronde poffertjes met inktvis omdraait terwijl er een radiootje allerlei klassiekers afspeelt maar dan alle songteksten vervangt voor het woord takoyaki. De sfeer zit er goed in.

Japan staat natuurlijk bekend om de keuken maar vooral snappen ze hier totaal niet wat vegetarisch eten is. Ze hebben er niet eens een eigen woord voor bedacht en noemen het iets als “beja-terian”. Kortom, deze inktvissen waren weer de eerste beesten in tijden.

Diezelfde middag bezocht ik een messenwinkel waar deze meneer Fuji messen stond te slijpen. Ik kreeg een workshop hoe ik dit moet doen op een ‘wetstone’. Die heb ik gelijk maar aangeschaft.

Dit was het resultaat. Flijmscherp!

Die avond vertrok ik naar het grote paleis midden in het park. Het park was prachtig er was geen toerist te bekennen. De locals waren aan het hardlopen.

In tegenstelling tot in Thailand lopen ze hier allemaal mega hard. Iedereen gaat hier tot het gaatje.

Aan alles is gedacht hier. De voorzieningen voor mensen in een rolstoel zijn fenomenaal. In de metro bijvoorbeeld staat er iemand te wachten met een plankje bij precies de goede deur van het treinstel om een gaatje van maximaal 20cm te overbruggen.Ik zit in een metro en zie veel vrouwen. Ik kijken m’n ogen uit maar besef pas veel later dat ik in een women only coupe ben gestapt. Een mooi roze bordje waarop staat dat mannen hier niet welkom zijn. Die had ik even over het hoofd gezien.

De vegetarische ramen zie ik niet over het hoofd.

De volgende ochtend zie ik eindelijk Tico en Shanna na vier maanden. Ze zijn twee vrienden uit Amsterdam en voor Tico’s bedrijf in Taiwan geweest en nu in Japan aangekomen. Heerlijk om ze weer te zien en we proberen onze planningen een beetje op elkaar af te stemmen onder het genot van een ontbijtje.

Nara

De volgende dag heb ik een dagje Nara gepland. 

Het staat bekend om de grote boeddhistische houten tempel incluis enorm boeddha standbeeld.

Voordat mensen maar binnen gaan steken ze wierrook aan en gaan voor boeddha staan.

Ze klappen in hun handen en buigen diep voor deze gigant. Vervolgens loopt iedereen met de klok mee om het beeld.

Japanse toeristen huren hier een kimono om de tempels in stijl te kunnen bezoeken.

In het tempelpark liggen een aantal private tuinen die met japanse precisie zijn bijgehouden.

Vaak staan er kleine gebouwtjes zoals deze Ryokan. Zoals je hier ook ziet ben ik nog net op tijd voor het korte seizoen van de kersenbloesem. Ze noemen dat hier Sakura en ze zijn er hier helemaal gek op.

Als de bomen vol in bloei staan (daarvoor ben ik iets te laat) gaat men massaal hutjemutje in het park zitten met een lunchbox (bento) en genieten van de bloemetjes.

Verder staat Nara bekend om de half-wilde hertjes die er los rondlopen.

Die maken handig gebruik van alle toeristen die speciale hertenkoekjes kunnen kopen en zo de beesten kunnen voeren. Daar doe ik natuurlijk niet aan mee en geef deze kleine wat left-over wortel. Ook lekker.

Een wandelingetje de heuvel op geeft een mooi uitzicht.

Tijdens zonsondergang loop ik terug naar het station en pak weer de trein naar Osaka. 

Kyoto

Met de sneltrein vertrek ik naar Kyoto.

Deze Shinkansen is het meest comfortabele vervoermiddel dat ik ooit heb gebruikt. Hij gaat 300 km/h en is dus in een mum van tijd op de bestemming, je hoeft niet door poortjes of in te checken. Gewoon instappen als een normale trein maar dan met super veel beenruimte. En de landschappen die voorbij razen zijn prachtig.

Aangekomen op Kyoto station wordt ik gelijk getrakteerd op een mooi staaltje architectuur. Het gebouw is gigantisch en prachtig.

Er is ontzettend veel te doen. Er zijn ongeveer 400 tempels met bijbehorende tuinen, talloze fantastische design winkels en natuurlijk lekker eten.

Om half zes in de ochtend pak de fiets bij het hostel en ga ik op weg naar Fushimi Inari tempelcomplex. Het is een heuvel met allerlei tempels die verbonden zijn door duizenden Torii. Dat zijn rode poorten. Normaal staat er maar eentje voor een tempel maar hier vormt zich een kilometerslange tunnel over de heuvel.Zo vroeg in de ochtend is het prachtig, rustig en is het nog mogelijk om een foto te maken zonder allerlei toeristen. Ook het licht is prachtig en verandert snel met de opkomende zon.

Bovenaan de heuvel wordt ik nog getrakteerd op een mooi uitzicht over Kyoto.

Na dit vroege avontuur duik ik weer mijn bed in om ’s middags de stad verder te gaan ontdekken.

De lucht wordt bewolkt en het regent wat maar geen probleem want het is prima voor foto’s.

De straten gaan glimmen en paraplu’s zijn fotogeniek.

Helemaal met Shanna eronder. Ik ontmoet Tico en Shanna dus weer en we drinken goede Japanse Whiskey.

De volgende dag schijnt het zonnetje weer.

Ik bezoek een oude tempel uit de Heian periode met bijbehorende prachtige tuin.

Op deze brug zit ik een tijd lang in het zonnetje te genieten van de vissen en de voorbij wandelende toeristen in kimono.

Kyoto zit vol met toeristische attracties.

De bekendste food market heet Nishiki. Het is er mega druk maar dat heeft een reden. Overal staan er fantastische Japanse gerechten op het menu. Deze gefermenteerde radijs ziet er gruwelijk uit maar smaakt fantastisch. Ook vind ik een kroket met als vulling de vellen die ontstaan als je sojamelk verwarmt. Daar gaat mijn vegetarische bitterbalminnende hartje natuurlijk sneller van kloppen en ze zijn heeerlijk. Even het recept opzoeken voor thuis dus.

Verder is hier nog het bekende “gouden paviljoen”. Kinkaku-ji genaamd. Prachtig..

Ik dacht weer slim te zijn door zo vroeg mogelijk te gaan kijken. 10 minuten voor openingstijd stonden er echter al hordes schoolklassen klaar om naar binnen te gaan.Onder leiding van zeer drukdoende juffen gaan de uiterst brave japanse kindjes door het park heen. Daarna loop ik een ontbijtzaakje binnen. De mevrouw achter de bar heeft de tv keihard aanstaan met een kookprogramma. Ze zet het geluid zachter maar terwijl ze mijn ‘B set menu’ klaarmaakt leeft ze uitvoerig mee met de grappen.

Ook mega toeristisch:

Het bamboebos genaamd Arashiyama. Het geeft een magisch effect om al die duizenden bamboestaken naast elkaar te zien. De foto’s doen totaal geen recht aan de sfeer die ze uitstralen.

Met Tico en Shanna bezoek ik nog een aantal prachtige winkels.

Naoshima

Ondertussen ontmoet ik Tico en Shanna nog eens in Okayama. We slapen in hetzelfde hostel en de volgende dag bezoeken we Naoshima.

We huren fietsen en gaan als volleerde tourrenners de heuvels op. Met losse handjes over de streep wordt Tico bijna fataal.Maar nu even serieus. Dit eiland is fantastisch. Het staat vol met kunst en we bezoeken het Chi Chu Museum. Dat betekent zoiets als: ‘in de grond’. En dat was het ook: helemaal in een heuvel gebouwd met alleen maar licht van boven. We mochten er geen foto’s maken. Dus deze foto’s waren heel sneaky. Dit is het gaafste museum waar ik ooit ben geweest. Er waren werken van maar 3 kunstenaars te zien. Er hingen bijvoorbeeld vijf schilderijen van Monet in een speciaal voor die werken ontworpen ruimte en het was magisch.Het museum is ontworpen door een hele bekende Japanse architect (Tadao Ando) en bestaat vooral uit beton, glas en metaal. De ruimtes zijn allemaal perfect ingericht voor de kunstwerken. De medewerkers zijn allemaal in het wit en beheersen de rijen binnen met uiterste precisie. Het draagt allemaal bij aan de speciale sfeer.

We fietsen verder over het prachtige eiland.

We bezoeken een strandje.

En komen nog in een hotel dat ontworpen is door dezelfe architect als die van het museum. Wederom prachtig!We doen nog een kleine pose voor deze beroemde pompoen.

En wandelen door de dorpjes. Wat een fantastische dag was het. En ook heel tof dat ik dat met Tico en Shanna kon delen.

De volgende stop is Fuji en verder heb ik nog Tokyo en Hokkaido in het verschiet. Daarover meer in mijn volgende verslag.