Na het prachtige Sa Pa en Ha Giang zijn we in twee dagen naar Cat Ba Island gereden.

We kwamen maar net op tijd aan voor de laatste ferry naar het eiland. Adam en Zam waren niet verkeerd gereden en hadden de boot eventjes tegengehouden.

Er waren weinig toeristen. Het werd vooral door locals gebruikt.

Cat Ba Island

Cat Ba is een eiland aan de oostkust van Vietnam in het noorden. Zie de zelfgetekende kaart hieronder inclusief route die we gereden hebben tot het moment van schrijven.

Cat ba ligt vlakbij het veel bekendere Halong Bay. Dat is de bekende baai waar allemaal rotseilanden en grotten  liggen. We deden een tour van een dag met kano en schip.

De rotsen in het water bij Cat Ba island lijken schuin van boven in het water gegooid. Alsof het ooit rotsen heeft geregend. Nu valt er gewoon echte regen uit de hemel. Het is een grauwe dag. 

Ook hier lijken de kids allemaal geprogrammeerd om te zwaaien naar de camera.

We varen door een vissersdorp dat volledig in het water ligt. Vlotten in plaats van funderingen en boten in plaats van scooters of auto’s.

Weer terug op Cat Ba island is de zonsondergang vanaf de boulevard prachtig.

Hier een zonsondergang vanuit onze hotelkamer voor € 2,50 per nacht. Cat Ba wordt ons door niemand aangeraden maar na dagen van regen en kou maakt de zon Cat Ba voor ons het paradijs.

Ninh Binh (Tam Coc)

Vanaf Cat Ba hadden we een paar regenachtige dagen op de snelweg die we graag snel weer vergeten. Wel sliepen we in de minst toeristische dorpjes beschikbaar aan de kant van de weg. Met het altijd overtuigende “Xin chào” (hello) stapt Adam regelmatig een willekeurige bruiloft binnen en worden we warm onthaald met rijstwijn (“happy water, yes?!”) en eten. Dat alles in ruil voor heel veel selfies en knuffelende mensen.

Uiteindelijk komen we aan in Tam Coc. Een klein dorpje vlakbij het bekendere Ninh Binh. Daar blijven we twee nachten en verkennen de omgeving op onze motoren.

Het is heerlijk om zonder zware bepakking door het prachtige groene landschap te rijden met de vele heuvels en rijstvelden.

Deze mevrouw stuurt behendig om haar visnetten heen.

Die avond hebben we een geweldige avond in het plaatselijke café. De gay barman is een fantastische sfeermaker met zijn muziek en mooie praatjes. Wat hij hier probeert uit te beelden laat ik maar even aan de verbeelding over.

De volgende dag nemen we afscheid van Hamish (Die al meereist vanaf Ha Giang) en kunnen we lekker uitbrakken in een bootje over de rivier door weer het prachtige groene landschap.

Onze gids roeit met haar voeten. Het ziet er zo op de foto een stuk ontspannener uit dan het in werkelijkheid is.

De gids van Zam en Adam (r) doet het op z’n oude dag gewoon met de hand.

Diezelfde dag rijden we nog richting Phong Nha. Onderweg hebben we een slaapplek nodig en komen we ergens aan de kust bij een vissersdorp uit.

De mensen zijn weer super nieuwsgierig en ze kijken naar ons (en vooral naar de blonde Baukje) alsof we aliens zijn.

Adam ziet er met zijn looks iets te afschrikwekkend uit voor de kids. Ze zijn hierna dan ook allemaal super bang voor ons.

Dit kind is doodsbang.

Hij wil maar niet stoppen met huilen.

 

De volwassenen vinden het prachtig en willen heel graag op de foto.

 

Baukje laat de kids weer lachen.

 

En deze bad-ass durft me zowaar een high-five te geven.

Phong Nha

De volgende dagen rijden we naar Phong Nha. Mijn motor stopte ermee. Midden in de bergen. Mijn schakelpedaal was eraf gevallen en mijn koppelingsplaten waren versleten (nee, niet omdat ik zo’n slechte rijder ben). Ik duwde mij motor een heuvel op. Meerdere scooters reden langs en keken me medelijdend aan terwijl ik in de stromende regen liep. Na een half uur stopte er een man op een scooter die mij vijf minuten eerder was voorbij gereden. Ik herkende hem. Het moet wel zo zijn geweest dat hij voor een paar minuten ernstig had getwijfeld of hij me zou gaan proberen te helpen. Uiteindelijk heeft hij me ruim tien kilometer met zijn voet tegen mijn motor geduwd naar de eerstvolgende monteur. Wat een held! Nu hoefde ik niet op mijn maat te wachten met zijn touw.

Bij de monteur wordt ik bedolven onder de liefde van de kids en zodra Zam arriveert ontstaat er een dance battle. Alles leuk en aardig maar naar later blijkt heeft de beste man (jongen, hij lijkt 14) het maar voor 1 dag gefixt. Allemaal onderdeel van het avontuur.

Phong Nha is een natuurpark dat bekend staat op de grootste grot ter wereld. Die bezoeken we niet want dat is een dure (2000,- dollar) expeditie van een week. We bezoeken de “Dark Cave” waar we naartoe ziplinen en zwemmen. Eenmaal in de grot belanden we in een modderbad. Zoals de naam al doet vermoeden is het er pikkedonker dus de beelden van mijn GoPro zijn niet fantastisch.

Verder is Phong Nha een prima backpackersoord waar we een paar dagen bijkomen van al het gebrom, geduw en rijden met onze motors.

Ik wandel het dorp uit en kom op de plek waar de echte Phong Nha’ers wonen.

Baukje kan toch niet zonder haren knippen dus we worden alledrie weer  netjes gemaakt.Zams monobrauw wordt onschadelijk gemaakt.

Ik krijg een knipbeurt zodat de wildgroei op m’n hoofd er weer appetijtelijk uitziet.

Op weg naar Hoi An

Vervolgens rijden we weer naar de kust. Als we daar aankomen bezoeken we de indrukwekkende Vinh Môc tunnels. Het ligt in de oude ‘Demilitirized Zone’ (DMZ) tussen het Noorden en Zuiden. De Amerikanen hebben hier zes jaar lang alles platgebombardeerd. De mensen hebben die tijd in kilometers aan tunnels 30 meter onder de grond geleefd tijdens de (zoals ze die hier noemen) ‘American War’. Het was erg indrukwekkend.

De tunnels zijn natuurlijk op Vietnamese hoogte ingesteld dus een beetje nekkramp was te verwachten aan het einde van de dag.

Als we op een gegeven moment de tunnel uitlopen komen we aan zee uit. Zo hadden de mensen hier toch nog een mogelijkheid om een frisse neus te halen.

Via de stad Hué (waar ik mijn vierde reparatie aan de koppeling heb laten doen) komen we in Danang uit.

Daar  blijven we een paar nachten en genieten van het (eindelijk) lekkere weer. We rijden verder naar de veelbelovende stad Hoi An.

Onderweg stoppen we langs de kust en maken een paar plaatjes in de zon met Danang op de achtergrond. Vlnr. Zam, ikzelf, Baukje en Adam.

Dat was het weer, dat was het weer.

P.s.: Nog even iets anders: Net zoals in de rest van Azië zijn de matrassen hier keihard. I love it. Nu kan ik weer heerlijk op m’n buik slapen zonder doorgezakte rug.


Hoi An is voor de volgende post.