Borneo, waar ligt dat ook alweer. Even om de topografie op te frissen:

Borneo is het grote eiland in het midden. Er liggen officieel drie landen op dit eiland. het zuidelijke gedeelte is Indonesië en heet Kalimantan. In het noorden (boven de witte lijn) ligt het Maleisische gedeelte van Borneo en in het midden aan de kust (vlakbij Miri) ligt Brunei. Dit is een klein oliestaatje.

Vanaf Kuala Lumpur vloog ik naar Kuching in het westen van Borneo.

Daar ontmoette ik Frank weer. Hem was ik tegengekomen in Singapore en hij had me overgehaald om mee te gaan naar Borneo. Onze route ging van west naar noord-oost. De eerste stop was Bako National Park.

Bako National Park

Met een boot kwamen we aan op het strand bij Bako Park. In Bako waren verschillende wandelingen door de jungle en heuvels mogelijk. Het zat vol met beestjes.  Een langstaart makaak. Super brutaal. Mudskippers zijn amfibieën met twee pootjes en een staart. Ze gaan als een soort slangetjes door de branding.

Het strand was een beetje rood.

Deze rots zagen we vanaf een bootje dat we namen samen met dit schattige koppel:

Daarna was het nog meer wandelen. Het was het helemaal waard ondanks de hitte.

Het strand viel droog vanwege de getijden.

Deze makaak deed zich te goed aan een insect.

Vervolgens kwamen we weer aan bij het hoofdkwartier van het park en zagen we deze ‘bad boys & girls’.

 Deze apen heten niet voor niets neusapen. Ze eten de hele dag de jonge bladeren van deze boom.

De mannetjes hebben een dikke buik en een immer stijve penis.

Ze worden ook wel ‘dutch monkeys’ genoemd omdat die dikke buiken een beetje leken op de welvaartsbuiken van de Nederlandse kolonisten die hier neerstreken.

 Tegen de avond kregen we te horen dat er een groene adder in een boom zat. Die hadden we dichtbij op de foto. Later hoorden we dat hij nogal giftig is.

 Dit bebaarde zwijn duwt zijn snuit in het zand en overvalt krabbetjes om ze vervolgens heerlijk op te smullen. 

Tijdens zonsondergang deed hij zijn laatste rondje over het strand.De zonnestralen braken prachtig door de dikke wolken heen.

’s Avonds deden we een ‘night walk’ onder leiding van een gids. We zagen veel dieren: Een civetkat (ja, die van de Kopi Luwak), een paar kleine slangen, spinnen, kikkers en wandelende takken.

Hier keken we in een nest met rode mieren.Deze tarantula zat lekker verborgen onder een steen. Een wandelend tak. In het engels: stick insect. (stuk minder coole naam)

Deze kikker was zo groot als mijn duim maar het giftigste diertje van het oerwoud.

Volgende stop:

Semonggoh Reserve

Hier staan ze bekend om de half-wilde orang oetans. De roodharige dames en heren zijn allemaal gered uit gevangenschap en worden nu in een enorm park losgelaten. Het enige wat ze nog krijgen is voedsel twee keer per dag. Maar de meeste apen maken daar al geen gebruik meer van.

Deze moeder met kind kwam aan het einde nog even langs om de voedertafel leeg te halen.

Daarna gingen Frank en ik op de scooter verder het gebied in en maakten een prachtige rit door de heuvels van west borneo. We bezochten een long house. Waarover later meer onder het kopje ‘Bario’. Daar spotten we deze mooie libelle. En dit kind keek heel cool terwijl hij krampachtig z’n kat in de tang houdt.

Vervolgens namen we het vliegtuig naar:

Mulu National Park

Dit park staat bekend om alle grotten. We sliepen in een homestay van Helen. Een super lieve vrouw die de fenomenale pannenkoeken voor ontbijt maakte voor ons. Het weer was heel slecht. Elke ochtend was het snikheet en tegen de avond begon het te hozen. Soms hadden we de hele dag regen en er zijn redelijk veel tours afgeblazen. Alsnog was het super tof. Ook omdat we deze ‘awesome’ groep mensen uit Londen ontmoetten:

Met hun hebben we redelijk wat dode uurtjes met bier en heel veel lachen doorgebracht. In een bootje werden we naar de ‘clear water cave’ vervoerd.Daar had water voor miljoenen jaren een enorme tunnel gecreëerd. De volgende dag deden we een wandeling naar een waterval. Daar bleven we een paar uur om te zwemmen en een boek te lezen.

In de ‘Lang Cave’ kwam het water ook uit alle hoeken en gaten.

De tofste grot die we bezochten was de ‘Deer Cave’. Die was voordat de Hang Song Dong in Vietnam werd ontdekt de grootste grot ter wereld.  Het is onmogelijk om een foto te maken die de grootheid ervan weerspiegeld. De enorme ‘hal’ is 270 meter hoog en overal komen uit het plafond straaltjes water zetten.

Deze foto toont nog wat perspectief: onderin zie je mensen lopen.

Als je vanaf een bepaalde hoek naar de ingang kijkt zie je ineens president Lincoln om het hoekje kijken.

Dat zag Hannah ook.

Er waren bruggen gebouwd en de vloer lag helemaal vol met enorme rotsblokken. Een tof gezicht.In de Deer Cave zitten ook een paar miljoen vleermuizen die tegen de avond in een grote sliert naar buiten komen zetten. Daarbij maken ze allerlei vreemde bewegingen om de roofvogels te misleiden die eromheen vliegen.

Elke keer als we in het restaurant bij het park kwamen zat ‘Dilton’ ons op te wachten. Hij wilde erg graag bij ons horen en bleef maar moppen tappen en rare acties uithalen.

Volgende stop:

Bario

Dit is een klein dorpje met 800 inwoners in een grote vallei. De enige manier om er te komen is met een jeep die er 15 uur over doet of met dit vliegtuigje:Een 20-persoons Twin Otter.

We konden prachtig met de piloten meekijken.Daar sliepen we in een longhouse en werden we opgenomen in de familie van Sinah Rang (hier op de foto).  Ze voorzag ons van 3 maaltijden per dag en we sliepen in een simpele kamer.

Een longhouse is een houten huis van ongeveer honderd meter op palen. Ongeveer 20 families wonen hier en zijn aan elkaar verbonden door een enorme gang waar iedereen bij elkaar komt.

Na 1 nachtje wandelden we 5 uur naar het volgende dorp. De wandeling was mooi en warm. 

We kwamen aan in Pa’Lungan. En sliepen bij David en Jenny. We kregen bloemen van een wilde gemberplant te eten. Super lekker. Dit kan zo op de kaart bij een sterrenrestaurant.

We kregen groene pannenkoeken. Ze zien er chemischer uit dan dat ze zijn. De groene kleur komt van het blad van een plantje. (naam vergeten..).

Na het ontbijt gingen we met de zoon des huizes naar de top van de ‘prayer mountain’.We hadden een mooi uitzicht op het dorpje. Vervolgens liepen we vijf uur terug naar Bario. Onze lunch voor onderweg was ingepakt in een bananenblad.We zagen nog de plaatselijke hunebedden.

En een prachtige kever (?).

Bario lag er mooi bij.

’s Avond werden we getrakteerd op een avondje traditionele dans en zang. 

De oma’s dragen hier nog oorbellen van messing om hun oorlellen uit te rekken. Na 102 jaar was dat bij de oma op rechts al goed gelukt. Sinah Rang (onze host) zie je als vierde van links.

Deze man deed de hornbill dance voor ons voor.

Want daarna moesten wij er zelf aan geloven.

Frank stal de show. Het was heel tof.

Aan het einde van de avond moesten we nog even met z’n allen op de foto.

We ontmoetten ook nog Rhonwyn. Opgegroeid in Kuala Lumpur met een Amerikaanse vader die allerlei Hollandse roots had. Zij stimuleert het eco-toerisme in Bario en nam ons mee door het dorp.

Zo gingen we wilde mango’s plukken.

Dat t-shirt kon daarna weg.

En toen was het alweer tijd voor een nieuw avontuur in:

Kota Kinabalu

Met nog twee meiden uit het hostel bezochten we een prachtige moskee.En genoten we van een toffe zonsondergang. Na 2 nachten daar gingen we naar:

Kinabatangan

Een prachtige rivier door een oerwoud.We sliepen daar twee nachten in deze lodge en deden allerlei boottrips over de rivier om beesten te spotten.We zagen apen. Hornbill vogels. Met een soort extra snavel bovenop hun eigenlijke snavel.

We zagen nog meer neusapen.

Arenden.

Een slapende ijsvogel.

Een libelle.

Flinke spinnen.

Makaken die obscure plekjes vlooien.

Krokodillen

Schildpadden

‘Lantern bugs’

Giftige rupsen.

Mooie zonsopkomsten.

De wilde petfles.

Dezelfde groep Engelsen uit Mulu.

Sprinkhanen.

Gifkikkers

Een specht in zijn nest.

 En veel bloedzuigers.

Dat was me wel weer een trip zeg! Zoveel dieren, bergen, culturen en bossen.

Ook hier heb ik fijn samen gereisd voor langere tijd. Frank was een fijne reismaat (hij is nog steeds in Azië). En verder ontmoette ik nog toffe mensen uit Duitsland, Engeland en Nieuw-Zeeland.

Volgende stop is weer Kuala Lumpur m  vervolgens terug naar Amsterdam te vliegen. Dat komt in de (voorlopig) laatste post.

Tot blogs.