Na vier dagen Hanoi was het tijd om op pad te gaan. Samen met Zam vertrok ik in noordwestelijke richting naar Sapa.

Sapa is een toeristsche plek en we kregen meerdere tips om naar een klein dorpje naast Sapa te gaan. Tavan was een prima keuze want Sapa was vol met toeristen en trekking winkels. We kwamen aan bij een ‘homestay’ en konden gelijk aanschuiven bij het familiediner.

Samen met andere reizigers werden we overladen met happy water (rijstwijn) en heel veel eten.

De volgende ochtend werden we door Cha rondgeleid in haar dorp in de heuvels.

Het weer was niet fantastisch en de enorme uitzichten moesten we er zelf bij bedenken.

De verhalen van Cha waren indrukwekkend. Hier kijkt de groep toe hoe ze vertelt over een klein plantje dat door sommige mensen gegeten wordt om zelfmoord te plegen omdat ze niet gelukkig zijn als ze zijn uitgehuwelijkt.

Ze vertelt ook positieve verhalen over de klederdracht en betekenissen van alle kleuren.

Soms breekt de zon door en is het ineens prachtig.

Na twee nachten Tavan reizen we door naa Ha Giang.

We rijden door prachtige heuvels naar het oosten.

Deze foto doet vermoeden dat we hier links rijden maar niets is minder waar. De Vietnamezen zijn gewoon ontzettend slechte weggebruikers.

Alle transport gaat met de scooter. Alles en iedereen beweegt zich voort op een scooter. Levende varkens, kledingkasten (in Nepal zouden ze dat op hun rug binden met een band naar hun hoofd) 20 puppies in een kooi, een halve buffel met de andere helft op een andere scooter, een familie met 4 kinderen, kortom: alles!

In Ha Giang ontmoeten Zam en ik 5 anderen en starten we de Ha Giang motorbike loop. Hier staan we op de foto met een groepje Vietnamezen.

Tot dan toe is het een van de mooiste routes die we gereden hebben.

Slingerende wegen door de heuvels. De toppen zijn zo stijl en puntig. Door Queens of the Stone Age kom ik in een soort trance en rijd over de weg zonder bij elke bocht na te hoeven denken.

We steken stiekem even de grens met China over en poseren voor een bord waarop staat (blijkt later) dat we moeten uitkijken voor landmijnen. Op de foto zie je van links naar rechts: Baukje, Zam, mijzelf, Hamish, Toby, Adam en Niki.

Niki fotografeert met beeldschone landschap met haar jaloersmakende Canon 5d (nog ff sparen).

We maken heel wat stops bij monteurs die er maar iets meer van snappen dan wijzelf. Ze vinden het vooral fantastisch om toeristen over de vloer te hebben.

De kinderen langs de weg lijken allemaal geprogrammeerd om te zwaaien naar westerlingen op een motor. Super schattig. Maar moeten ze niet naar school? Ze zijn ieder geval allemaal even vrolijk.

Baukje maakt een meisje blij met haar vlechtkunsten.

Adams ruige looks schrikken vooral kinderen af.

De mannen doen hier gemiddeld vrij weinig en deze boys kijken een klassieke Jet Li film. En: zoek de spelfout.

Op een ochtend wordt ik wakker van het harde geluid van een gasbrander. Het stinkt naar verbrande haren. De vader van het gezin waar we slapen is bezig de haren van een varkenskop af te branden. Als ik even later terugkom met mijn camera is hij samen met zijn vrouw en moeder kippen en een eend aan het slachten. De gerechten hier hebben meestal wel vlees erin verwerkt maar vaak is het maar een klein deel van het geheel. Nu snap ik waarom: het is veel werk en niet het plezierigste gezicht. Wat mij betreft is dit wel hoe het hoort. Deze mensen weten tenminste nog waar hun kipfiletje (en pootje, voetje, niertje, hartje, levertje en kop) vandaan komt.

Adam, Hamish en Zam.

Adam lijkt zo we heel veel op die gast uit de film 300; “This is Sparta!”


De landschappen worden er niet minder op en we bezoeken een kasteel, een uitkijktoren, een grot en slapen in kleine dorpjes voor weinig met super goedkoop en lekker eten.

Een fantastische trip dus met een nieuwe groep. Van Toby (hierboven met geweer) en Niki (met camera) nemen we afscheid na de ‘loop’ en met z’n vijven rijden we in twee dagen naar Cat Ba island om ons te vergapen aan de bekende Ha Long Bay.

Maar dat is voor de volgende keer.


Bedankt voor al jullie toffe reacties. Blijf ze sturen, dan houd ik tenminste nog een beetje zin om naar huis te komen.